Behalve het deeltijds kunstonderwijs, heeft onze stad geen eigen scholen meer. We kunnen als stadbestuur echter wel de scholen ondersteunen, om in te spelen op wat eigen is aan Oostende: onderzoek toont een grote groep leerlingen met leerachterstand. Ten tweede is er ook de noodzaak om de gevaren van de zee te kennen en goed te kunnen zwemmen. Van dit eerste wordt nu al werk gemaakt, het tweede is helaas een moeilijke uitdaging geworden. Eerst en vooral gaan we in dialoog met de scholen. We luisteren naar noden en zorgen. We leveren waar mogelijk ook expertise van andere partners, ik denk aan het middenveld en / of het hoger onderwijs.
Concreet pleit ik voor meer lessen Nederlands 2de taal -voor jong en oud-, extra ondersteuning van scholen en bemiddeling bij conflicten. Uiteraard moeten we eerst met de scholen in gesprek gaan en hun kennis en ervaring meenemen. Maar iedereen moet zich bewust zijn van de hoogdringendheid van het probleem. Oostende zit een stuk boven het Vlaams gemiddelde wat betreft leerlingen die een andere thuistaal hebben dan het Nederlands, kinderen die in kansarmoede opgroeien, leerlingen die spijbelen en de school verlaten zonder diploma. We tellen een pak minder jongeren die hogere studies aanvatten. Zo kunnen we onmogelijk uit de spiraal van armoede geraken.
Laten we beginnen bij de kleinsten: uit de officiële cijfers van de gemeentescan blijkt dat ongeveer 1 op 3 Oostendse kinderen in het kleuter- en basisonderwijs een andere thuistaal hebben. Dit weegt op de prestaties van die leerlingen. Sterker nog, in Oostende hebben leerlingen met een andere thuistaal dubbel zoveel schoolse vertraging als elders in Vlaanderen. We pakken dit aan met een zomerschool waar taal én rekenen herhaald en ingeoefend worden. Wie sterker wordt in basiskennis Nederlands en rekenen, wordt in alle vakken sterker.
Door meer te investeren in het schoolse succes van jonge kinderen kunnen we bovendien de schooluitval op latere leeftijd indijken. Want het aantal leerlingen dat zonder kwalificatie of diploma de school verlaat is zorgwekkend hoog in Oostende. Wie schoolmoe is, moet op een andere manier aan de slag, met de nodige sturing. Ik pleit daarom voor het sterker uitbouwen van duaal leren in Oostende. De stad kan de brug maken tussen scholen en de bedrijfswereld.
De Oostendse scholen worden meer dan elders in West-Vlaanderen geconfronteerd met kansarmoede. Brugfiguren kunnen worden ingezet om elke overgang soepel te laten verlopen. Van de kinderopvang naar de kleuterklas en later naar lager en secundair onderwijs. Elke overgang is cruciaal en zorgt er voor dat kinderen gedurende hun volledig schooltraject goed begeleid worden en het meeste kunnen halen uit hun opleiding. Brugfiguren zijn van onschatbare waarde tussen school, gezin, zorg en welzijn. Ze versterken de scholen die zich zo kunnen inzetten op kwalitatief onderwijs.
Reactie plaatsen
Reacties